- Ontwikkelen van belangstelling voor kunst en cultuur.
- Inzicht krijgen in de werkwijze en het aanbod van educatieve diensten bij musea en culturele instellingen.
- Didactiseren van een of meer kunstaspecten (stijl, stroming, kunstenaar etc) voor leerlingen van de basisschool.
- Vormtechnisch in staat zijn om een lespakket tot een aantrekkelijk geheel te maken.
- In staat zijn digitale onderdelen in een lespakket te verwerken.
- Leren samenwerken om een onderwijsarrangement te ontwikkelen en te presenteren.
Buiten deze leerdoelen om is deze opdracht te koppelen aan verschillende competenties die gelden voor ons, studenten die deelnemen aan de verkorte deeltijdopleiding.
Te weten:
- Interpersoonlijke competentie: Deze opdracht zorgt ervoor dat wij als leerkracht instaat zijn om kunst en cultuur te kunnen verwerken in onze manier van lesgeven. Ook kunnen wij hierin onze voornemens verwerken;
- Pedagogische competentie: Wij kunnen middels deze opdracht kinderen aanzetten tot samenwerkend leren en spelen waarin regels en afspraken in acht worden genomen wat ten goede is aan het pedagogisch klimaat in de klas;
- Vakinhoudelijk en didactische competentie: In deze opdracht kunnen wij een varia aan materialen en werkvormen toepassen welke een aanvulling geeft op een vak zoals beeldende vorming/ kunstzinnige orientatie;
- Organisatorische competentie: Wij kunnen enkele lessen organiseren die betrekking hebben op het vakgebied beeldende vorming/ kunstzinnige orientatie. Deze lessen zijn geschikt voor een hele groep of een gedeelte daarvan, dit met het oog op differentiatie.
- Samenwerken met de omgeving: Deze opdracht stelt ons in staat om ons als leerkracht te richten op activiteiten die zich buiten school bevinden.
- Reflectie en ontwikkeling: Wij zijn instaat om ons plan bij te stellen als enkele bedachte aspecten niet werkbaar zijn in de praktijk. Hierin kunnen wij onszelf een spiegel voorhouden die ons inzicht geeft in ons handelen en denken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten